Heemkundekring
Groesbeek
 |
De foto is afkomstig van
Peter Beisiegel |
Definitieve resultaten archeologisch
onderzoek
Hoflaan 8 (voormalig Mavo-terrein) te
Groesbeek.
Door Bouwkundig en Archeologisch Adviesbureau BAAC B.V. uit
Den Bosch werd na een proefsleuven onderzoek (IVO) eind
maart/begin april 2005 een Definitief Archeologisch Onderzoek (DAO)
uitgevoerd op de woningbouwlocatie Hoflaan 8, in het centrum van
Groesbeek.
De uitkomsten van dat onderzoek worden hieronder in
hoofdlijnen weergegeven.
1. Archeologische en historische
achtergrond.
Het Wald.
Ten noorden van het dorp Groesbeek ligt het Nederrijkswald en
ten zuiden het Reichswald.
Oorspronkelijk vormde dit bosgebied één geheel onder de
naam "Ketelwald of Ketela".
Vanaf de 12e eeuw werd de benaming "Rijkswald" voor
het bosgebied ten westen en ten noorden van de lijn
Kleef-Nergena gebruikt.
Met ingang van de 13e eeuw werd dit bosgebied onderverdeeld
in het "Overwald" en het "Nederwald" (het
latere "Nederrijkswald").
Theophanu.
In de Karolingische en Ottoonse tijd verbleven (Duitse)
keizers en koningen meerdere malen op de palts in Nijmegen. Dat
verblijf werd vaak gecombineerd met jachtpartijen in het
bosgebied rond Groesbeek, welk bos in die tijd nu eenmaal
eigendom was van die keizer of koning. Of Groesbeek - als
nederzetting - toen al bestond, is bij gebrek aan historische en
archeologische gegevens onbekend, maar onwaarschijnlijk is het
zeker niet. Een bijzondere gebeurtenis vond plaats in het jaar
980: de Byzantijnse echtgenote van keizer Otto II, Theophanu,
was op doorreis van Keulen naar Nijmegen. Terwijl het gezelschap
zich nog in het Ketelwald bevond, moest ze voortijdig bevallen
van een zoon, de latere keizer Otto III. Waar de gebeurtenis
precies plaatsvond is niet zeker, maar één van de mogelijke
plaatsen is een hoeve in Groesbeek.
Gronspech/Sindicho.
De eerste vermelding van "Groesbeek" dateert
overigens uit het jaar 1040, toen - blijkens een akte - de
Duitse koning Hendrik III een "forestarius" genaamd
"Sindicho" met een hoeve beleende in het koninklijk
domein "Gronspech". Mogelijk was die hoeve een
centraal hof met daaraan verbonden een aantal kleinere hoeven.
Verondersteld wordt dat het ambt van fostarius een Frankische
voorloper is geweest van het ambt van Waldgraaf. Hij was een
koninklijk dienstman (ministeriaal) die de bossen en onontgonnen
gronden voor de koning of de keizer beheerde en mogelijk ook een
rol speelde in de (lagere) rechtspraak. Hoewel onbewezen, wordt
in de literatuur vaak aangenomen, dat Sindicho de voorvader was
van de latere Heren van Groesbeek.
|